Een regenachtige doch warme woensdag ergens begin augustus. Toeristisch hoogseizoen heet dat. Niets van te merken in de Vlaamse Ardennen. Toch wou ik de sfeer van vakantie opsnuiven in het land van de ronde, waar koers en landschap als een getrouwd koppel samenleven. Eigenzinnig als ik ben, besloot ik het op mijn manier te doen. Met de fiets, langs hellingen en masserende kasseien, maar zonder drang om fysieke grenzen te verleggen en mét de aankoop van de laatste jaren: mijn geliefde Brompton. Het lijkt tegenstrijdig, maar zowel uitdaging als luiheid typeren mijn karakter. Vandaar misschien de combinatie openbaar vervoer en vouwfiets. Als je de wielermythologie wil begrijpen, moet je de Olympus beklimmen en dus je kont in het zadel hijsen en afzien.
Ik kan tot op zekere hoogte wel in meegaan in een trapmanie, maar ben ook niet te beroerd om (veelal uit noodzaak) af te stappen. Halfweg de top kom je immers wonderen tegen die bergen kunnen verzetten: gave uitzichten, getormenteerde bomen,pittoreske bouwwerkjes en uitnodigende kroegen (zoals 't hof Wijmier). Als ik Foreest doortrappend wil oprijden, dan doe ik dat toch! Ook al ligt dat niet echt binnen het bereik van een vouwfiets. En na al mijn versnellingen te hebben opgebruikt, laat ik mij met genoegen uitlachen door een perfect acterend achterwerk van een vlotte vijftiger die bovendien op een zekere Clooney gelijkt en mijn kruistochtervaring zowaar erotisch kleurt. U begrijpt dat mijn ritje in meer dan één opzicht een meevaller was.
Mijn ronde startte in Herzele op de Groenlaan waar ik mijn plooifiets voorbereidde op het avontuur van zijn leven. Mijn Brompton meende alles al gezien en beleefd te hebben vermits hij dagelijks doodsbedreigingen incasseert in Brusselse steegjes en avenues. Makkie dus, die eerste kilometers naar het station van Zottegem. Jeanine van 't Brouwershof (naast Brouwerij Crombé) begreep mijn nonchalante parkeerzwaai niet, verbaasde zich over mijn minifiets en trakteerde mij op een spannende stadslegende en een tragisch verhaal over de teloorgang van de 33 Zottegemse brouwerijen. De laatste sluit binnenkort zijn deuren en de resterende Zottegemse bieren zullen voortaan in West-Vlaanderen worden gebrouwen.
De treinrit van Zottegem naar Oudenaarde was kort en intens. Je passeert mooie landschapjes en je prijst je gelukkig dat het traject nog niet ingebermd is. Hier kan je nog genieten van de traditionele Vlaamse achtertuinen met hokjes, droogmolens, borders en zelfs grazende koeien in een van oudsher natte weide. Hopelijk haalt het genot van het reizen het hier op snelheid en sleurt Infrabel de reiziger niet tussen een betonnen koker waardoor ons cultureel landschappelijk bewustzijn weggezogen en gekatapulteerd wordt naar een non plaats in een non tijdperk.
Wie zich een klein beetje voorbereid op een fietstocht door de Vlaamse Ardennen, weet dat zo een reis puur uit koersliefde start in het Centrum Ronde van Vlaanderen. Oudenaarde en het Centrum zijn zowaar de enige plekken waar ik tijdens mijn trip toeristen ben tegen gekomen. In Brasserie de Flandrien is het 's middags gezellig druk en de bezoekers laten zich de Croque Masseur en de proloog-drankjes welgevallen. Ik ging er na een pittig dagsoepje snel vandoor met mijn vouwfiets want bedrijvigheid brengt mij uit evenwicht. Zeker als alle blikken gericht zijn op het compacte klompje wielen en trappers dat netjes opgeborgen stond tussen de brasserietafels. De eenzaamheid op de fiets bracht rust, ik keerde de stad de rug toe via de oude Scheldekaaien en langs de Vlaamse Ardennendreef waar ik al een eerste keer snelheid minderde om de geteugenheuvels in de verte te kunnen onderscheiden. Het plateau van Edelareberg is een schitterende kennismaking met de Vlaamse Ardennen. Je ziet in de verte de kerktorens van Oudenaarde, de Schelde- en de Maarkebeekvallei, Koppenbergbos, Kwaremont, de Hotond. Als je een topografische kaart bij de hand hebt is het makkelijker om het landschap te onderscheiden en te doorgronden. Voor mij een openbaring.
Ik fietste van Oudenaarde naar Etikhove en Schorisse in Maarkedal. Onderweg liet ik mij verrassen door de schoonheid van Ladeuze, de landschappen van Valerius De Saedeleer, Villa Tynlon, 't Hof te Cattebeke, de Taaienberg en de Bossenaremolen, de bramentuin in de Ganzendries waar meer dan 40 verschillende soorten bramen aanwezig zijn, de Ronde van Vlaanderen kapel inclusief frisdrankautomaat op de hoek van de Hessestraat en de Beekkant in Horebeke. Het meest van al genoot ik op Foreest, een met groen begrensde slingerende holle weg met zicht op berg en dal in de Vlaamse Ardennen. Ik haalde de top niet, wat niet alleen de schuld was van de vouwfiets, maar ook van mijn onstuitbare drang om stil te blijven staan bij de schoonheid die opdook tussen de hagen en bomenrijen.
Na mijn passage aan het landschappelijk wondermooi Burreken (natuurreservaat) reed ik richting Zegelsem, Elst en Michelbeke om via Erwetegem uiteindelijk terug in Herzele te belanden. Het was mijn plan geweest om tussentijds even de Belbus te nemen, maar de goesting om te (vouw)fietsen was te groot. Ik heb op bijna elke helling de trappers gelost (al dan niet verplicht), maar zonder enige teleurstelling want wat ik zag was overweldigend. Ik liefkoosde naast de Taaienberg en Foreest ook de Ledeberg en de Berendries en raakte overdonderd door de kasseien van Zegelsem. Je ziet het landschap bewegen voor je ogen, je ziet de huizen samenklitten en terug openschuiven, je ziet brede en smalle wegen die boven en onder het maaiveld duiken, je ziet ze plots zwenken om even later terug strak de rechte lijn naar het volgende dorp te volgen, je hoort en ziet wind- en watermolens,je ruikt de seizoenen en de zwetende helden in de te kleine cafeetjes. Ik heb die beruchte woensdag opnieuw de geur van de Vlaamse Ardennen geroken. Dit wordt zeker vervolgd...
Praktisch:
Gevolgde knooppunten na de start aan het Centrum Ronde van Vlaanderen:
39 - 25 - 30 - 32 - 35 - 38 - 37 - 40 - 43 - 70 - 68 - 12 - 15 - 19.
1 opmerking:
Yes! eindelijk het bewijs dat je geen koersfiets nodig hebt om wat kilometers te trappen. Chapeau
Een reactie posten