Verkenning van een land-schap

Trivialiteiten en andere waardevolle verhalen gesprokkeld langs Vlaamse Ardennen wegen.

dinsdag 16 september 2008

20ste-eeuwse sporen in de Vlaamse Ardennen


De 20ste eeuw heeft op relatief korte termijn onze manier van wonen, werken en ontspannen drastisch veranderd. Onze huizen, het landschap en de samenleving maakten vorige eeuw een evolutie door die misschien wel de ingrijpendste is geweest uit onze geschiedenis. De democratisering van auto- en luchtverkeer, moderne communicatie, nieuwe bouwmaterialen en –methoden hebben allemaal een grote invloed gehad op de constructie en inrichting van onze huizen, wegen en gebouwen.

Tijdens de 20ste editie van Open Monumentendag werd alle aandacht gevestigd op het erfgoed uit de 20ste eeuw. De art nouveau, art deco en het opkomend modernisme zijn kenmerkend voor deze periode. De architectuur uit het interbellum (periode tussen twee wereldoorlogen) is ruimschoots vertegenwoordigd in de stadsarchitectuur en de landhuizen in de Vlaamse Ardennen. Zottegem, Ronse, Geraardsbergen en Oudenaarde bezitten nog heel wat mooie art deco huizen en wijken.

Het thema van Open Monumentendag (20ste eeuw) was een gelegenheid om meer te weten te komen over zowel de maatschappelijke als de stedenbouwkundige evoluties van de laatste jaren. De wederopbouw van steden en gemeenten na de tweede wereldoorlog, de veranderingen in het landschap, de evolutie in de boerderijarchitectuur, de opkomst van snelbouw, het verdwijnen van wind- en watermolens, het zijn allemaal boeiende verhalen met wortels in de 20ste eeuw die u inzicht verschaffen in het leven en wonen zoals het is vandaag.

> Veranderingen in het Vlaamse Ardennen landschap
Ruilverkavelingen, nieuwbouw, verdwijnen van wind- en watermolens
Heel wat windmolens, bomenrijen, houtkanten, boomgaarden en meidoornhagen zijn in de loop van vorige eeuw verdwenen. Zowel de industriële expansie als de individuele welvaart zijn daar de oorzaak van. In het begin van de 20ste eeuw werd het landschap overal in Vlaanderen gekenmerkt door kleine landbouwactiviteiten. Het uitdeinen van de stedelijke kernen, het in onbruik geraken van molens, de schaalvergroting van de landbouwbedrijven en de monocultuur hebben het landschap drastisch veranderd. In de Vlaamse Ardennen kan men echter nog op verschillende plaatsen (heropgebouwde) windmolens, verwaarloosde hoogstamboomgaarden, meidoornhagen en houtkanten vinden. Het lijkt erop dat delen van de Vlaamse Ardennen gespaard zijn gebleven van de schaalvergroting.

Ook de nutsvoorzieningen en nieuwe wegen die tot in de kleinste uithoeken van het land doordringen, hebben het landschap getekend. Meer welvaart, dus meer huizen. In de gouden jaren 50, 60 en 70 werden massaal wegen, huizen en wijken gebouwd. Daar zijn de Vlaamse Ardennen niet aan ontsnapt. De wijk Bevegem in Zottegem werd gebouwd in de jaren vijftig en illustreert de grote naoorlogse urbanisatieprojecten.
De lintbebouwing en het inpalmen van open ruimte is kenmerkend voor de tweede helft van de 20ste eeuw. De aard van de landbouw heeft er ook voor gezorgd dat er nieuwe soorten boerderijen ontstonden die meer weg hebben van industriële gebouwen dan van traditionele hoeven.

In Zwalm werd naar aanleiding van OMD de aanleg van (spoor)wegen en hun sociaal-economische impact in de kijker gezet. De tentoonstelling ‘wegen in de kijker’ en het totaalproject ‘spoor, mens en landschap’ liep op drie verschillende locaties. Er worden oude wegenkaarten, een unieke film van de spoorlijn Zottegem-Oudenaarde uit de jaren 70, een verzameling van miniatuurtreinen, een oud seinbord en oude foto’s getoond. De drie locaties worden aan elkaar geregen door een wandelroute.

> De wederopbouw van de steden na de tweede wereldoorlog
Het is uiteraard niet alleen kommer en kwel wat de 20ste eeuw heeft voortgebracht. De grote welvaart van na de tweede wereldoorlog heeft de mensen veel comfort opgeleverd: een eigen huis, tv, een auto, sanitaire verwarming, cultuur, sport en veel meer vrije tijd. Dankzij het betaald verlof konden plots heel wat mensen op reis gaan. Het toerisme in Zwalm kwam goed op gang in de jaren 60 en 70. Vele watermolens verloren hun oorspronkelijke functie, maar kregen wel een nieuwe horeca invulling. Herbestemming van erfgoed is dus iets van alle tijden.

De verwoestende wereldoorlogen hebben een grote invloed uitgeoefend op mens en omgeving. Bij de wederopbouw van de dorpen en de steden hebben de overheden niet nagelaten om hun helden en slachtoffers te herdenken. In haast elk dorp herinneren oorlogsmonumenten aan de zwarte tijden van de 20ste eeuw. In Zottegem kon u op 14 september een oorlogsmonumentenroute volgen.

> Art deco rijkdom dankzij textielindustrie
De bourgeoisie pronkte eind 19de en begin 20ste eeuw met hun rijkdom door excentrieke art nouveau, art deco en modernistische heren- en landhuizen te bouwen. U vindt schitterende voorbeelden in Ronse en Zottegem, maar ook in de rest van de regio. Villa Carpentier van Victor Horta (Ronse) bijvoorbeeld, of het voormalig brouwhuis in Sint-Lievens-Esse (Herzele). Het is een unieke Jugendstil gebouw dat samen met het andere herenhuis aan de overkant van het plein, het uitzicht van het dorp domineert.

> Invloed van de kerkgemeenschap
De kerk blijft in de 20ste eeuw een belangrijke rol spelen in het dagelijks leven van de mensen. Dat werd afgelopen OMD geïllustreerd in Brakel, Kruishoutem, Maarkedal en Sint-Lievens-Houtem. Kende u de Kapellen Zeven Weeën al die in 1901 werden opgetrokken in Maarkedal? De Marollewijk in Kruishoutem ontstond met de bouw van een kerk en klooster door de Paters Passionisten in 1926. Rond het klooster groeide een vitaal centrum met een bloeiende gemeenschap.

> Een beter leven voor de gewone man
Na de tweede wereldoorlog steeg ook het comfort en de welvaart voor de gewone man. De alom bekende Bulex (boiler) bijvoorbeeld deed zijn intrede in die periode, waardoor de mensen zich comfortabel met warm water konden wassen. Horeca en winkels deden gouden zaken. In Ename werd op 14 september een café uit de jaren 50 heropgebouwd en winkels ingericht in de stijl van toen.

De mooiste plekjes...



...volgens de burgervaders

Wonen in een stad in de Vlaamse Ardennen, wat betekent dat? Van een echt stadsleven kan je bezwaarlijk spreken. Geraardsbergen is de grootste stad van de regio en telt amper 30.000 inwoners. Klein en charmant, zo zijn de Vlaamse Ardennen steden allemaal. Oudenaarde, Ronse, Zottegem en Geraardsbergen liggen in de schoot van de getuigenheuvels. Als we de burgemeesters polsen naar het mooiste plekje in hun stad, dan nemen ze ons steevast mee naar een uniek vergezicht, in of net buiten de stadskern. Leven in een Vlaamse Ardennen stad, dat is met zicht op het landschap...

Geraardsbergen
Burgemeester Freddy De Chou heeft naast zijn burgemeesterschap nog twee andere passies, namelijk heemkunde en wandelen. Die interesses komen ook tot uiting in zijn lievelingsplekjes. Als we informeren naar de mooiste hoekjes van zijn stad, dan zegt hij resoluut de steegjes. “Geraardsbergen is de oudste nieuwstad van Vlaanderen. Zij ontstond in de 11de eeuw toen de Graaf Van Vlaanderen mensen lokte om de nieuw opgerichte stad tegen de flank van de Dender te bevolken. Nu nog wordt de bovenstad ‘d’oude stad’ genoemd. Geraardsbergen is opgebouwd in drie stappen. De smalle pittoreske steegjes die rond de markt liggen, dateren uit de eerste fase. De steegjes werden recent opgewaardeerd en vorig jaar werd er zelfs een steegjesroute ingewandeld. De smalle, steile en met kasseien bedekte straatjes geven de bovenstad een unieke meerwaarde.
“Waar ik heel erg van hou zijn de vergezichten op de Oudenberg. Ik ga er twee keer per week naartoe om te wandelen” Freddy De Chou neemt mij mee naar de oriëntatietafel uit 1923 op het hoogste punt en toont de watertoren van Sint-Lievens-Esse. Bij helder weer kan je zelfs het Justitiepaleis zien in Brussel. In de winter en in de lente zie je eigenlijk het verst omdat de bomen hun lover nog niet hebben en je eigenlijk bijna 360° kunt rondkijken. In de zomer moet je verschillende doorkijkpunten opzoeken. Freddy De Chou:”Die doorkijkplaatsen zijn effectief ook zo voorzien in het Gewestplan zodat we zeker zijn dat we deze unieke vergezichten kunnen behouden. Je hebt hier een fantastisch zicht op het landschap, maar het omgekeerde is ook waar. Vanuit het buitengebied heb je op verschillende plaatsen een mooi uitzicht op de Oudenberg. Op de brug van Schendelbeke bijvoorbeeld of als je vanuit Lessine met de fiets Geraardsbergen binnenrijdt.” We dalen af langs het stadspark, een groene zone op de helling naar de markt toe. Bovenaan prijkt een Christusfiguur in bladgoud. Bij mooi weer zie je hem schitteren in de verte. Het parkje is steil, bevat heel wat rustbanken van waarop je een adembenemend zicht hebt op de kerktoren, het sprookjesachtige stadhuis en de Dendervallei. Onderaan slaat een Cote d’Or aandoende olifant zijn slurf uit. Freddy De Chou:”Het is een koloniaal gedenkteken waar heel wat mensen in Geraardsbergen een band mee hebben. Hier op dit bankje durf ik me wel eens neerzetten en in de diepte kijken.”

Tips van Burgemeester De Chou
> Vergezichten op de Oudenberg
> Stadspark aan de Vesten
> Steegjes rond de Markt


Zottegem
Burgemeester Herman De Loor gidst me naar de Vollander, een hoog gelegen kouter tussen Strijpen en Knutsegem. Op het hoogste punt (de Vierschaar) staat een meer dan 200 jaar oude populier. De oude kasseiweg door de velden verraadt een belangrijke historische weg. Het is een knooppunt van verschillende gehuchten. De dikke oude boom is vandaag een referentiepunt voor verschillende recreatieve routes. Hier passeert de Zoetegem menroute en een mountainbikeroute. Het Jan De Lichtepad en de Waterkersgrachten wandelroute liggen een boogscheut verder. Als je de weg verder naar beneden volgt, kom je aan De Kluize, het bedevaartsoord met Sint-Antoniuskapel. Deze beeweg wordt nog druk bezocht. Achter de kapel wordt het leven van Sint-Antonius uitgebeeld aan de hand van levensgrote beelden. Wat verderop komen we in de welbekende Paddestraat. Onthoud Knutsegemstraat, Vierschaar en Moeielos, een rustig plekje voor een mooie wandeling. Het tweede bijzondere plekje waar de burgemeester mij naartoe brengt, ligt op de grens tussen Erwetegem en Sint-Goriks-Oudenhove. In De Vlamme heb je een prachtig uitzicht over wat men typische Vlaamse Ardennenbochten kan noemen. Je ziet het smalle baantje zweven in het dal en tegen de helling aan opnieuw uit het gezichtveld verdwijnen. Als je op een reliëfkaart kijkt, merk je dat deze plek op de heuvellijn ligt die reikt van de zuidelijke getuigenheuvels en uitdeint in het zuiden van Herzele. Je bent hier ook vlakbij het Mijnwerkerspad en de Zwalmvallei. Opnieuw een ideale buurt om te wandelen.
Burgemeester De Loor tipt ook enkele bijzondere plekjes in de stadskern van Zottegem, het Politieke Gevangenenplein bijvoorbeeld in de wijk tussen het station en de Bevegemsevijvers. Het ingetogen standbeeld van beeldhouwer Maurits Witdouck brengt een serene sfeer in de buurt met enkele mooie villa’s uit de interbellumperiode. Nog in de buurt van de spoorweg vind je ook het imposante silhouet van de voormalige brouwerij De Klok (naast restaurant Vise Versa) en de bijzondere voortuin van de directeurswoning Cantaert (Grensstraat). Er staan beelden van onder andere Raveel, Holmens en Minne.

Tips van Burgemeester De Loor
> Vollander en Knutsegem
> De Vlamme
> Politieke Gevangenenplein


Oudenaarde
Burgemeester Marnic De Meulemeester is geboren en getogen in Welden, een deelgemeente van Oudenaarde. Hij neemt mij dan ook met enige trots mee naar de plek waar hij is opgegroeid en als kind speelde. De mooiste plekjes vind je aan de overkant van de N46. Neem de Ronsen Heerweg en steek de spoorweg over, je komt in Meerthem, Vogelzang, Duisbeke en verder door in Bruulloos en Bruul. Van hieruit heb je een heel mooi zicht op de Scheldevallei. De kleine straatjes zijn ideaal om te wandelen en te fietsen. Je vindt er niet meer dan wat boerderijtjes en huisjes op de hellingen. Voor de rest boomgaarden, weiden, knotwilgen en schuren. Deze straatjes brengen je tot in Mater, een pittoresk kasseidorpje op weg naar Oudenaarde centrum. Je kan via Ename of Volkegem de stad in duiken. Kies je de weg richting Zwalm dan passeer je Sint-Denijs-Boekel of Sint-Blasius-Boekel.
In Oudenaarde zelf brengt de burgemeester mij naar de Meerspoort (aan de Westerring), een heel rustige en deels gerenoveerde buurt aan de oude vestingen van de stad. Het is de ideale fiets- of wandelweg richting Donk, het recreatiemeer van Oudenaarde. Aan de Meerspoort ben je in het gezelschap van enkele charmante huizen, een amalgaam van kleine villa’s, oude landhuizen en mooi gerenoveerde rijhuisjes. Van hieruit heb je een open zicht op de nabijgelegen Sint-Walburgakerk.
Velen associëren de Koppenberg met Vlaanderens mooiste wielerwedstrijden. Het zijn dan ook spannende passages. Maar als je de tijd neemt om zelf met de fiets of te voet de Koppenberg te naderen via Onderbos (zie ‘In het kielzog van de grote renners’), dan beleef je het landschap op een heel andere manier. Je kan de koppenberg van in de verte zien liggen en je merkt naarmate je dichterbij komt dat het reliëf hier heel bijzonder is. Je ziet landplooien, oude knotrijen, holle wegen, fantastisch gelegen huizen met prachtige tuinen. De burgemeester houdt halt aan één van deze tuinen en vraagt de bevriende eigenaar of we een kijkje mogen nemen achterin. Je gelooft je ogen niet als je de vijvers in de diepte ziet liggen met de heuvels aan de andere kant van Oudenaarde op de achtergrond. Ik neem een foto van de burgemeester alsof hij in Italië of Zuid-Frankrijk op vakantie is. Om de privacy van de tuineigenaar niet te schenden, besluit ik deze foto toch maar niet te publiceren. Bovendien geeft de vroege lente een vertekend beeld van de omgeving. Ik neem mij voor om later op het jaar nog eens terug te keren en de tuin ook in de zomer te bewonderen. In Leupegem wil de burgemeester mij nog even meenemen naar de Vlaamse Ardennendreef. Maar deze plek ken ik, ik reed er eerstdaags nog langs in een overmoedige poging om de Flandriëns achterna te gaan.

Tips van Burgemeester De Meulemeester
> Onderbos in Melden
> Ronsen Heerweg Welden
> Meerspoort
> Vlaamse Ardennendreef

Ronse
Burgemeester Luc Dupont wil toeristen Ronse binnenleiden via het Malanderpark. Dupont: “Als er een Vlaamse Ardennenstad is met een uniek uitzicht, dan is het Ronse wel!” Eigenlijk heeft hij wel een beetje gelijk. Als ik de zonnewijzer nader en als bij wonder de mist optrekt, merk ik in de diepte de torens van Ronse mysterieus boven de stad uitrijzen. Je hebt niet de volle 360° vergezicht zoals in Geraardsbergen op de Oudenberg, maar wat ik zie is wel onvergetelijk, al zit de optrekkende mist er uiteraard voor een groot deel van de mystiek tussen. Luc Dupont vertelt over de historiek van het park, dat het ontworpen is door de Brusselse tuinarchitect René Pechère (1908-2002) en dringend aan restauratie toe is. Het park heeft zijn oorspronkelijke structuur niet verloren, maar de tand des tijds heeft sporen nagelaten. Er liggen plannen klaar om Europese subsidies aan te trekken voor de renovatie van het park. Luc Dupont zou het Malanderpark graag volledig opwaarderen en er een toeristisch paradepaardje van maken. Samen met het nieuwe stadspark de Kloef (7 ha) dat ontworpen zal worden door Wirtz International, beschikt Ronse dan over twee toonaangevende parken. Luc Dupont:”Als je in zo’n regio gesitueerd bent, moet zich dat vertalen in parktuinen van dergelijke omvang en uitstraling. Wij proberen in Ronse oud en nieuw te combineren zonder daarbij onze ziel te verliezen. Die moet je ten allen tijde bewaren. Als je vraagt naar unieke plekjes in de stad, dan wil ik zeker de vernieuwde markt voordragen. De brede terrassen, de openheid en de typische cafés zoals de Harmonie en Local Unic dragen bij tot een aangename sfeer. Op de Grote Markt valt er altijd wat te beleven.” Luc Dupont neemt mij echter mee naar Café Joly om de hoek waar de neprotsen van Eduard Joly de bezoekers van buiten de stad telkens weer charmeren. Een unieke binnentuin in het centrum van de stad. Dit vind je nergens anders in de Vlaamse Ardennen.

Tips van Burgemeester Dupont
> Malanderpark
> Grote Markt
> Tuin van Café Joly