Wie vanuit Oudenaarde dat mooie landschap te voet wil verkennen, loodsen we graag mee naar Edelareberg, een plek waar we een geologisch, religieus, cultuurhistorisch, ecologisch en esthetisch verhaal kunnen vertellen over de Vlaamse Ardennen...
Praktisch:
Start van de wandeling: Oudenaarde Administratief centrum, Tussenmuren.
Afstand: 9,6 km
> 10 % onverharde wegen
Handig: verrekijker, laarzen of stevige wandelschoenen
Plan beschikbaar op Routeyou
Scheldebocht
De tocht vertrekt stroomopwaarts langs de Schelde, weg van het stadscentrum. Net voorbij de brug neem je het pad langs de spoorweg of volg je een onverhard paadje in het natuureducatief park ’t Spei. Dit ‘nieuw’ ingericht landschap lag vroeger aan de andere oever van de Schelde. De rivier maakte hier immers een grote bocht tot in Leupegem. In1884 werd de Scheldebocht artificieel afgesneden en recht getrokken. In ’t Spei kan je kennismaken met de diverse kleine landschapselementen die voorkomen in de Vlaamse Ardennen: knotrijen, een poel, hakhoutbosjes, hakhagen en struweel. Als je ter hoogte van het spoorwegtunneltje terug op de weg komt en rechts de mooie knotrij volgt, passeer je langs het deels overgroeide 12de-eeuwse schipperskerkje. Echt zeker van de functie is men niet. Het kan net zo goed een schuur zijn geweest. Hier herinneren de straatnamen aan de vroegere Scheldeoever: ‘Jan Baptist Eeckhoutskaai’ en ‘Armenlos’ (los der armkaai).
Volg de weg tot je aan de N8 komt en sla links af richting Aalst. Voor je aan de lichten komt, sla je rechts af in het voetgangerssteegje. Volg de Groene wandeling en klim op tot in de Vlaamse Ardennendreef. Eens je boven de huizen uitstijgt, heb je een uniek zicht over de Koppenberg, de getuigenheuvels, de Maarkebeekvallei en de Scheldevallei.
Vergezicht Koppenberg
In de verte (zuid-zuidwesten) zie je de Koppenberg die op de toppen bedekt is met een beukenbos. Deze kathedraalbossen komen wel meer voor in de Vlaamse Ardennen. Je vindt ze ook in Brakelbos, Kluisbos en het Muziekbos. Dat er bossen aanwezig zijn op de hoogte stoppen heeft te maken met de ondergrond waar veldsteen of ijzerzandsteen voorkomt en dus ook minder geschikt is voor de landbouw. De hoogstammige beukenbossen die je vandaag tegenkomt zijn geen natuurlijke bossen, zij werden aangeplant in de tweede helft van de 18de eeuw. De natuurlijk bosvegetatie zou eiken-beukenbos zijn. Het Agentschap voor Natuur en Bos vormt de kathedraalbossen stilaan opnieuw om tot gemengde bossen.
Dichterbij ontdek je heel wat kleine landschapselementen zoals knotrijen, hak- en meidoornhagen. Als je goed kijkt, merk je dat ze structuur geven aan het landschap. Ze zomen wegen en percelen af, vormen lijnelementen en benadrukken op die manier het reliëf.
"Als je goed kijkt, merk je dat ze structuur geven aan het landschap."Volg de weg verder tot je aan een kruispunt komt. Kijk goed om je heen en analyseer wat je ziet. Je bent nu bijna op het hoogste punt van de kouter. De mens heeft hier in de loop der eeuwen zijn stempel gedrukt door akkers aan te leggen, boerderijen neer te zetten, hagen aan te planten, religieuze bouwwerkjes te integreren, en meer recentelijk fiets- en wandelroutes te voorzien. Net voor het meer noordelijk gelegen bos staat een netjes geschoren en rechtlijnige haag, wat uiteraard wijst op een menselijke invloed. Dit is de rand van het park rondom het Kezelfort.
Kezelfort
Het Kezelfort is een militair bouwwerk dat in 1822 onder Hollands bewind is opgezet.
Het fort maakt deel uit van de Wellingtonbarrière, een buffer gebouwd na de val van Napoleon om de Lage Landen te beschermen tegen eventuele nieuwe Franse aanvallen. Op de kaarten is de typische vijfhoek nog goed zichtbaar. Van het oorspronkelijk fort resten vandaag alleen de grachten, de wallen en de onderaardse gangen. De gangen doen nu dienst als vleermuizenverblijfplaats. De beroemde burgemeestersfamilie Thienpont uit Maarkedal bouwde eind 19de eeuw een lusthof op het domein. De neogotische toren met belvédère is nog aanwezig.
Bronniveau
Je verlaat de kouters via een onverharde weg door een schitterend cultuurlandschap met historisch permanente graslanden, oude kaphagen, knotrijen en een uitgesproken reliëf. Dit is een esthetisch zeer aantrekkelijk brongebied. Je daalt via deze vochtige zone af naar de beekvallei. De oude boerderijen die ook al op de Ferrariskaart (1778) terug te vinden zijn, staan hier niet toevallig. Ze zijn gelegen in de nabijheid van de bronnen en op de grens tussen kouters en weilanden. De aanwezigheid van talrijke bronnen heeft te maken met de verschillende lagen in de ondergrond. Kleilagen worden afgewisseld met zandlagen. Omdat het water wel door zand maar niet door klei sijpelt, ontstaat er een watertafel bovenop de kleilaag. Het water zoekt zich via de helling een weg naar de oppervlakte. Daar waar door erosie de kwartaire leemlaag is verdwenen, vloeit het water naar buiten en heb je een bron. In deze zone zijn er verschillende bronniveaus.
Mesofiel bos met voorjaarsflora
Wat verder passeer je door een bos dat ook al op de Ferrariskaart is aangeduid. Het karakter van deze oude bossen is zichtbaar anders dan dat van de eentonige kathedraalbossen op de getuigenheuvels. De vochtige bossen in brongebied worden gekenmerkt door de aanwezigheid van voorjaarsflora. Als je hier voorbij wandelt in april of mei, word je betoverd door een tapijt van bloemen. De vorm van de bomen verraadt een hakboutbeheer. Dat merk je aan de tros smalle stammen die als een waaier opgaan. Een schril contrast met de hoogstammige beukenbossen op de hoogste toppen van de Vlaamse Ardennen.
Maarkebeelvallei: asymmetrisch dal
Als je uit het bos komt op een T-kruispunt, ga je naar rechts en onmiddellijk weer links een paadje in langs de Maarkebeek. Hier zie je duidelijk de asymmetrische vorm van de vallei met links de steile helling en rechts van de beek een zacht opgaande kouter. Ook dit is typsich voor de Vlaamse Ardennen. Bijna alle asymmetrische dalen in de Vlaamse Ardennen zijn op dezelfde manier georiënteerd, met een steile oost- of noordhelling en een zachte west- of zuidhelling. Dit is het resultaat van ingrijpende erosieprocessen in de ijstijd. Zon, wind en sneeuw maakten de west- en zuidhellingen gevoeliger voor bodemerosie.
Ladeuzemolen
Als je op de weg komt (Ladeuze) met links van je een vierkantshoeve en rechts een brug over de Maarkebeek, sla rechts af. Loop tot aan de Maarkebeek. Aan de linkerkant zie je de Ladeuzemolen. Deze bovenslag watermolen dateert van voor 1500 en hing af van het verdwenen kasteel van Ladeuze. Het was toen een koren- en oliemolen. Het gebouw is sinds 1975 bewoond. De molen is niet meer maalvaardig. De Vlaamse Ardennen zijn rijk aan dergelijke watermolens. Het molentoerisme in de Zwalmstreek kent sinds de jaren 1970 een gigantisch succes. De meeste watermolens bevinden zich langs meanderende beken (zoals de Maarkebeek en de Zwalm) met een groot debiet. Deze beken overbruggen vaak een groot hoogteverschil op een beperkt aantal kilometers waardoor het water veel energie in zich draagt.
"De Vlaamse Ardennen zijn rijk aan dergelijke watermolens."Ferraris
We hebben al een paar keer verwezen naar de historische Ferrariskaart. De helling die we afdaalden (van de kouters tot de Ladeuzemolen) en straks weer naar boven klimmen, ligt in een gebied met veel herkenningspunten op de Ferrariskaart. Herinner je de oude hoeves op de grens tussen de kouter en de weilanden, het oud bos en de Ladeuzemolen. Op de Ferrariskaart zie je ten noorden van de Maarkebeek een grote aangelegde tuin of park. Die is vandaag helemaal verdwenen. Het bosje en de hoeve meer noordelijk op de flank zijn er wel nog.
Ga terug over de Maarkebeek via Ladeuze en sla de weg rechts in aan de gebouwen.
Volg de weg rechtdoor langs de vierkantshoeve naar boven. Je klimt straks steil omhoog langs het bos tot aan de weg die gaat naar de gerenoveerde boerderij. Sla hier links af aan de rand van het bos. Neem rechts aan de splitsing. Je komt nu via een holle weg terug op de kouters. Aan het kruispunt sla je rechts af tot aan de betonnen platen. Daar loopt een voetweg tot aan de N8. Hier houden we even halt in bij ‘Jan van Gent’ voor een lekkie, een streekbier en eventueel een pannenkoek.
Kerselare
Kerselare is van oudsher een bedevaartsoord. Het eerste houten kapelletje dateert van 1455. In 1570 werd naast de kleine kapel een grotere gebouwd, die brandde volledig af in 1961. Ze werd vervangen door de huidige moderne betonnen kapel van de hand van architect Juliaan Lampens. Sinds 1953 troepen in Kerselare op Hemelvaartsdag auto’s, moto’s en vrachtwagens samen voor een autowijding.
Volg de N8 richting Oudenaarde tot aan het kruispunt en sla links af in de Ladeuzestraat. Aan het eerste kruispuntje neem je rechts de Ommelozen boom. Hier kom je op het parcours van de Lange Ommegang van Kerselare.
Rozenkrans
De ommegang omvat15 arduinen kapelletjes. Elk kapelletje stelt een van de blijde, droeve of glorievolle mysteries van de rozenkrans voor. Tussen twee staties is er telkens tijd voor een gebed. Je bevindt je op het hoogste punt van Edelareberg waar je een prachtig panoramisch zicht hebt over de streek.
"Als de avondzon door het wijkende wolkendek priemt en de mist over de Scheldevallei hangt, kan een ontmoeting met God hier niet ver af zijn..."Solitaire boom
Wat verder kom je een oude solitaire boom tegen. Vaak werden bomen geplant op de hoek van een perceel om het einde van zijn eigendom te kunnen zien van op de boerderij. Je vindt vaak oude linden op de kruising van wegen. Solitaire bomen kunnen echter ook restanten zijn van dreven, houtkanten of erven.
Holle weg
Volg de weg verder tot de hoek van de straat waar opnieuw een kapelletje staat. Ga rechtdoor en neem de onverharde weg. Je komt nu in en prachtige holle weg met houtkanten van meidoorn en sleedoorn, beide inheemse struiksoorten die interessant zijn voor vogels. In landbouwgebieden met uitgestrekte akkers en monocultuur fungeren holle wegen en houtkanten als noodzakelijke verbindingswegen voor fauna en flora.
"Holle wegen hebben een interessante ontstaansgeschiedenis."Holle wegen hebben een interessante ontstaansgeschiedenis. Natuurlijke geulen die water afvoerden, werden door de mens soms gebruikt als verbindingswegen. De natuur kreeg vrij spel omdat men met paard en kar de geulen dieper maakte waardoor de geul holler werd. Sommige wegen, zoals deze, werden zeer diep uitgesneden. De begroeiing bestond veelal uit kaphout en struikgewas. Men liet hier en daar een boom staan, de rest werd gebruikt als geriefhout.
De weg loop verder door tot aan de grote hoeve in de Markebeekvallei. Als je op de verharde weg komt, neem je rechts. Je bent nu op de terugweg naar Leupegem. Eens je op de N46 komt, keer je terug naar het Adminstratief centrum zoals je bent gekomen.
Meer info over deze route: Chris De Smedt, www.copynotes.be
Geen opmerkingen:
Een reactie posten