Verkenning van een land-schap

Trivialiteiten en andere waardevolle verhalen gesprokkeld langs Vlaamse Ardennen wegen.

zondag 11 augustus 2013

Herzele (B) - Herzele (FR)

Toen ik enkele jaren geleden op de kaart van Noord-Frankrijk op zoek ging naar het stadje Bergues - na het zien van de film 'Bienvenue chez les ch'tis' - viel mijn oog op Herzeele, een gemeente van ongeveer 1400 inwoners tussen Wormhout en Houtkerque. Zelf woon ik in Herzele, Oost-Vlaanderen. Mijn bijzondere aandacht was, u begrijpt het wel, meteen getrokken. In mijn hoofd ontstaan op zo een moment allerlei scenario's. Als fervent wandelaar speelde ik al jaren met de gedachte om de getuigenheuvels in de Vlaamse Ardennen te voet te verkennen, maar het gezin, het werk en allerhande bezigheden - waaronder ook enkele nobele - weerhielden mij om de tocht daadwerkelijk aan te vatten. Tot er plots iets kantelde in mijn hoofd, iets heel helder werd waar het uren wandelen mij zeker heeft bij geholpen. Herzele - Herzeele liggen ongeveer op 145 km van elkaar, een afstand die mits je er de nodige tijd voor uittrekt, voor een wandelaar perfect haalbaar is. Bovendien ligt de kortste route van Herzele naar Herzeele ongeveer over de getuigenheuvels van de Vlaamse Ardennen en Heuvelland. Dochter op kamp, echtgenoot een grote behoefte aan een alleen-moment om muziek te componeren, dus kon ik alle voorbereidingen treffen om solitair naar Herzeele te wandelen. De trip werd opgedeeld in etappen van ongeveer 15 tot 25 à 30 km, wat zou neerkomen op een tocht van 5 à 6 dagen. Te lang voor mijn gezinsplanning, dus besloot ik een deel te voet af te leggen en een deel met het openbaar vervoer. Wat volgt is het relaas van een 3-daagse wandelbeleving. Eindelijk.

Dag 1: dinsdag 2 juli 2013

6u30. Ik vertrok vroeg in Herzele om te ontsnappen aan het heetst van de dag en om tijdig in Ronse toe te komen zodat ik nog kon genieten van de rust en het uitzicht van Huis Minne, de wondermooie eclectische B&B aan de Muziekberg die met creatieve hand in goede banen wordt geleid door Brigitte Minne. De 25 geplande kilometers werden er uiteindelijk 34, onverantwoord voor mijn conditie, mijn gezondheidstoestand (astma) en de hoge temperaturen die de laatste dagen werden genoteerd in Ukkel en de rest van Vlaanderen. Door het flirten met twee routes (Grote Routepaden en het wandelnetwerk Vlaamse Ardennen) had ik niet alleen het traject mooier gemaakt maar ook de afstand verlengd. De schoonheid, de stilte en de eenzaamheid onderweg hebben de herinnering aan de zware fysieke inspanning echter uitgegomd. Ik wandelde van Sint-Antelinks over het Grote Routepad naar Sint-Maria-Lierde en Brakel en schakelde over op de bewegwijzering van het wandelnetwerk. De extra kilometer waren op dat moment nog geen probleem, integendeel. Op de grens tussen Lierde en Brakel stapte ik door het Kloosterbos en langs verschillende natuurgebieden van Natuurpunt. Verwonderd was ik door de stilte en door de afwezigheid van mensen. Hoe adembenemend was het gevarieerd landschap met zijn kleine boscomplexen en open heuvelruggen waar het uitzicht ongewoon uitgestrekt is voor suburbane gebieden. Wie denkt dat Vlaanderen alleen maar druk, druk, druk en volgebouwd is, moet de wandelschoenen aanbinden en in zijn of haar eentje de Grote Routepaden en de wandelnetwerken verkennen. Ik heb een hele dag gestapt en amper een handvol mensen geteld. Van zodra je de verkeerswegen verlaat en onverharde wegen kiest, vertraagt je beleving en valt alle geluid weg. Een ervaring die je enkel met jezelf als gezel kunt ontdekken. Alleen het ruisen van de bomen en mijn voetstappen kon je horen. Om alle menselijke verstoring uit te schakelen kwam ik tot stilstand en hield ik mijn adem in. Ik wandelde verder zonder een woord te zeggen langs de Buistenberg en via Livieren- en Brakelbos. De klim langs de Kanarieberg, de passage langs de Geuzentoren en door het Muziekbos waren ongemeen hard. De laatste 3 kilometer verbleekte mijn gebrande huid en bracht mij in een fase van pure doorzetting, ontkenning en overlevingsdrang. Ik was tien uur onderweg geweest. Mijn honger was verdwenen. Net voor Huis Minne in zicht was, ontmoette ik drie wandelaars die bezorgd polsten of alles wel ok was. Ik was ok, vooral in mijn hoofd.

Dag 2: woensdag 3 juli 2013

Door toevallig- en aardigheden was ik genoodzaakt mijn plannen te herzien. Het ontbijt en het keuvelen met Brigitte had mijn timing prettig verstoord. De klok gaf kwart voor negen aan vooraleer ik de eerste stappen zette richting Kluisbergen. Nog voor ik de straat uit klom, was ik genoodzaakt mijn regencape tevoorschijn te halen. Gelukkig had ik hem voor alle zekerheid helemaal bovenin mijn rugzak gestopt. Ik wandelde zigzag door het landschap omdat ik onverharde wegen verkoos. Het natte gras stond heuphoog en mijn broek werd kletsnat. Ik duwde mij vooruit met de regen op kop en de wieken van de windmolen in mijn vizier. Achter mij een landweg met een spoor van een wandelaar. Omdat niet de kortste weg tussen twee punten, maar de meest landelijke mijn doel was, arriveerde ik na twee uur stappen opnieuw in Ronse. Weliswaar aan de andere kant van de stad, maar desalniettemin. Had ik even mijn verstand gebruikt, dan passeerde ik hier al enkele uren eerder. Ik had dan wel de Hemelberg en Wittentak gemist, een solitaire kapel in een weide op de noordwestflank van Ronse. Eens Ronse verlaten, schreed ik verder richting Kwaremont. Ik koos voor onbekende wegen beneden de Ronse Baan. De Folderstraat, een wandelroute bewegwijzerd en heraangelegd door het Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen geniet mijn absolute genegenheid, een parel van een pad. Gelukkig was het ondertussen opgehouden met regenen. De tocht liep slepend verder: asfalt, drukke kruispunten, veel te dure huizen annex veel te zware auto's. Deze passage leerde mij dat de indrukken opgedaan als je een dorp nadert, vaak niet overeenkomen met de binnenkant van een dorp. Niets is wat het lijkt. Voor mij alweer een bewijs van de subjectiviteit van het landschap. Alles hangt af van je invalshoek en ervaring. In Kwaremont was het niet evident om in het midden van de week een eetgelegenheid te vinden. De mensen van de Pupiter - vroeger een eethuis, maar sinds kort een vakantieverblijf voor zorgbehoevenden - konden mij een sobere maaltijd aanbieden tegen een sober bedrag. Perfect. Mijn voeten waren niet bestand tegen het tempo en de afstand en lieten me weten dat ze niet akkoord gingen met nog veel meer kilometers. Ik besloot in Berchem de bus te nemen tot in Oudenaarde en vandaar een deel van mijn tocht verder te zetten met de trein. Gsm, smartphone en gps zijn eerder een last dan een zegen voor mij, maar in deze omstandigheid was ik blij met de geboden mobiele toepassing, ik kon mijn busrit met sms betalen. De rit Oudenaarde-Ieper verliep in stilte, zoals ik ze had gepland in mijn hoofd. Oef.

Dag 3: donderdag 4 juli 2013

De vermoeidheid viel best mee. Ik was vroeg gaan slapen, had een goede nachtrust achter de rug en was overtuigd dat ik het laatste deel van mijn tocht probleemloos zou afleggen, vooral omdat ik beslist had de wandelafstand in te korten. Ik had deze keer wel mijn verstand gebruikt en besloten om het deel Ieper-Poperinge met de trein af te leggen. Hierdoor kon ik min of meer uitslapen en rustig ontbijten met de overige gasten van de B&B. Ik ontmoette en Engels jonge vrouw die de opdracht had gekregen een compositie te schrijven in het kader van de vieringen rond 100 jaar Groote Oorlog. Ze was in Ieper om indrukken op te doen, In Flanders Fields en enkele begraafplaatsen te bezoeken. Een bevreemdende ervaring te merken dat mijn doel niet in het minst te maken had met het reisdoel van de Engelsen, Canadezen en Australiërs die mee aan de ontbijttafel zaten. De opdringerigheid van de Canadezen dreef mij verder. Ik begroette allen en zij wensten mij een behouden tocht. Eens in Poperinge aangekomen ondervond ik moeite om de juiste richting te vinden. Ik kocht mij een nieuwe kaart van het wandelnetwerk Hoppeland Dertien knooppunten moest ik nemen vooraleer ik Watou bereikte. Onderweg leerde ik de waarde van het dorpscafé kennen. Ik had dorst en wou rusten, maar ik was amper een rustplaats tegengekomen onderweg, zelfs geen bankje. Weinig onverharde wegen, wel uitgestrekte velden, grootschaligheid, ruilverkaveling, oorlog, poelen ontstaan door de zware inslag van een bom. Het cafeetje dus,ik wandelde een deur binnen aan de overkant van de Sint-Janskerk. Een dame van gezegende leeftijd bracht mij een Coca Cola. "Alleen op stap?" Als ik al mensen onderweg was tegengekomen, was dit de zin die ze schijnbaar onderling hadden afgesproken om mij te vragen. Wat volgde op mijn antwoord heb ik niet meer verstaan. Ik rekende af, zocht het toilet op het binnenkoertje op en stapte daarna de deur weer uit. Toen ik in Watou arriveerde had ik een onwaarschijnlijke honger, maar de eetgelegenheid op de hoek van het gemeenteplein zat beladen vol. De dag nadien opende het Watoufestival. Ik kreeg een tafeltje toegewezen waar ik enige tijd wachtte. Toen ik eindelijk de gelegenheid kreeg vroeg ik de kelnerin of het lang zou duren. Ze keek me boos aan en zei 'ja'. Ik antwoordde dat ik me had vergist, nam mijn rugzak en vertrok opnieuw. Er stond wat verder een deur van een café open waar slecht één man met zijn rug naar de toog zat. De jazz die tot buiten klonk en de platenhoezen aan de muur zogen mij naar binnen. De man vroeg: "Alleen op stap?" Hij bleef koel bij mijn "ja, gelukkig" en er ontspon zich een gesprek waaruit ik een schouderklopje kon opmaken. "Je wil naar Herzeele? Te voet? Vandaag nog?" "Ik wil voor 18u terug zijn want ik bestelde een belbus om terug naar Poperinge te gaan"...Stilte..."Je kan liften". "Heb ik nog nooit gedaan". Stilte. "Als ik voor 18u terug geraak, kom ik nog iets drinken". "Doe dat, veel succes". Ik stapte van Watou naar Houtkerque en arriveerde meteen in een andere wereld. Het grenscafé heb ik links laten liggen. In Houtkerque heb ik tevergeefs een bus halte gezocht, mijn lichaam zei stop. Ik stak mijn duim uit, ijsbeerde heen en weer, ging al een eindje op stap richting Herzeele, kwam terug naar Houtkerque omdat paniek de kop opstak. Dit zou toch niet waar zijn. Zou ik de laatste kilometers niet halen? Ik besloot om nog een auto te laten passeren en nog één keer te liften. Als het niet lukte zou ik terugkeren naar Watou. Ik stak mijn duim opnieuw uit. "Vous alez jusqu'a Herzeele?" De jonge man bleek uit Bergues afkomstig te zijn. Om 15u34 zette hij mij af op het gemeenteplein van Herzeele, commune en Flandre Francaise. Ik bleef in stilte achter, keek rond mij en stapte te voet terug naar Watou waar ik onverwacht om 17u de bus kon nemen naar Poperinge. De man zat nog steeds met zijn rug naar zijn toog. Ik begroette hem in gedachte.